top of page

Signalen

Vaak zijn er op jonge leeftijd al signalen voor een taalontwikkelingsstoornis. Het kan zijn dat een peuter of kleuter niet of heel weinig praat, steeds over woorden struikelt of moeilijk te verstaan is. Misschien is er sprake van een taalachterstand, maar het kan ook zijn dat het kind een taalontwikkelingsstoornis heeft.


Waar kunnen ouders en professionals op letten?

De baby:

  • brabbelt niet

  • kwijlt veel en gebruikt mond en tong niet of nauwelijks om dingen te ontdekken

  • reageert weinig op stem of geluid

  • imiteert bijna nooit klanken

De peuter:

  • is opvallend stil tijdens het spelen

  • praat weinig

  • is slecht verstaanbaar

  • zegt en begrijpt weinig woorden

  • begrijpt korte opdrachten niet

  • is snel boos of verdrietig als je hem niet begrijpt

  • maakt geen goede zinnetjes

  • heeft een eigen brabbeltaaltje

  • kan geen gesprekje voeren

Het kind van 4-7 jaar:

  • kent weinig woorden

  • heeft moeite om op een woord te komen

  • spreekt in korte, kromme zinnen

  • kan niet goed zeggen wat hij of zij voelt

  • is slecht verstaanbaar

  • begint niet uit zichzelf een gesprek

  • begrijpt anderen vaak niet

  • is voor anderen vaak moeilijk te begrijpen

  • vindt het moeilijk een verhaal te vertellen

  • voert mondelinge opdrachten niet goed uit

  • heeft moeite de aandacht  vast te houden

  • heeft vaak misverstanden of conflicten met leeftijdsgenoten

  • is erg stil

  • wordt boos als hij of zij niet begrepen wordt of anderen niet begrijpt

Signalen van een mogelijke taalontwikkelingsstoornis:

0-1 jaar

  • reageert niet op stem

  • maakt eentonige klanken

  • herkent stem moeder niet

  • gebruikt klanken niet als communicatie

  • heeft geen herkenbare zinsmelodie

1-2 jaar

  • luistert niet naar wat gezegd wordt

  • gilt of schreeuwt eentonig

  • begrijpt niet wat gezegd wordt

  • zegt geen woordjes na

 

2-3 jaar

  • gebruikt geen woorden

  • wijst of trekt, maar zegt niet wat het wil

  • begrijpt eenvoudige opdrachtjes niet

 

3-4 jaar

  • kan niet duidelijk maken wat het bedoelt

  • maakt kromme zinnen

  • praat niet over zichzelf in ik-vorm

  • gebruikt geen of alleen maar meervoudsvormen

  • maakt klankverwisselingen

 

4-5 jaar

  • gebruikt voorzetsels en voornaamwoorden verkeerd

  • gebruikt de verleden tijd verkeerd

  • kan klanken die op elkaar lijken slecht van elkaar onderscheiden

  • gebruikt geen samengestelde zinnen

 

5-6 jaar

  • maakt geen samengestelde zinnen

  • heeft moeite met dubbele medeklinkers

  • begrijpt formele taal niet goed

Uit ‘Hulpwaaier TOS’ (Jet Isarin, Kentalis)

bottom of page