top of page

Oorzaken

Dé oorzaak van TOS is niet bekend. Een combinatie van erfelijke factoren en omgevingsfactoren zorgt samen voor het ontstaan en het in stand houden van een taalprobleem.

Elk kind heeft een aangeboren taalvermogen. Bij het ene kind is dit groter dan bij het andere. Genetische of erfelijke factoren spelen hierbij een belangrijke rol. Naast het aangeboren taalvermogen spelen ook omgevingsfactoren een rol. Prikkels vanuit de omgeving zijn heel belangrijk voor de ontwikkeling van een kind.

De erfelijke factor weegt zwaarder door dan de omgevingsfactor bij het ontstaan van ontwikkelingsdysfasie. Toch speelt de omgeving ook een belangrijke rol. Deze hebben we in handen, terwijl we de erfelijke factor niet kunnen wijzigen. Het is dan ook heel belangrijk dat we de taalontwikkeling van kinderen vanaf jonge leeftijd goed opvolgen, dat we problemen zo snel mogelijk detecteren en dat we, indien nodig, voor een aangepaste begeleiding zorgen.

Uit ‘Ontwikkelingsdysfasie: een stoornis die meer aandacht dan namen verdient’ (Zink & Breuls)

De taalachterstand van kinderen met TOS kan niet (volledig) worden ingehaald, ook niet met logopedie of andere behandelingen.
Wat we weten:
- kinderen met TOS krijgen de taalontwikkelingsstoornis niet door een gebrekkig taalaanbod;
- bij kinderen met TOS is er iets mis met het aangeboren taalvermogen en de neurocognitieve functies die de taalverwerving ondersteunen;
- ouders zijn dus niet verantwoordelijk voor de taalontwikkelingsstoornis van hun kind;
- meertalige kinderen kunnen een taalontwikkelingsstoornis hebben in alle talen die zij spreken. Meertaligheid leidt niet tot TOS.

Uit ‘Hulpwaaier TOS’ (Jet Isarin, Kentalis)

bottom of page