top of page

Spraak- en taalontwikkelingsstoornis / ontwikkelingsdysfasie

STOS(1).jpg
STOS(2).jpg

Definities ontwikkelingsdysfasie / taalontwikkelingsstoornis

Kinderen met een ontwikkelingsdysfasie (taalontwikkelingsstoornis) verwerven hun moedertaal of thuistaal langzaam en moeizaam. Ze horen goed en hebben een normale intelligentie. Toch ondervinden ze grote problemen met het uiten van taal en vaak ook met het begrijpen van taal.

Uit ‘Hulpwaaier TOS’ (Jet Isarin, Kentalis)

De taalontwikkeling verloopt bij heel wat kinderen niet zo vlekkeloos als we algemeen aannemen. Deze kinderen lijken minder snel taal op te pikken dan leeftijdsgenoten, begrijpen minder goed wat anderen bedoelen, vinden de gepaste woorden niet op het juiste moment, verspreken zich, maken zinnen die niet kloppen en vertellen verwarrende verhalen die moeilijk te volgen zijn.

Bij ontwikkelingsdysfasie heeft een kind hardnekkige problemen in zijn spraak- en taalontwikkeling en kunnen die problemen niet verklaard worden door gehoorproblemen, problemen met het zicht, motorische problemen, fysieke problemen, cognitieve problemen, sociale problemen, emotionele problemen, onvoldoende en/of onaangepast taalaanbod of twee- of meertalige opvoeding.

Kinderen met OD vertonen niet allemaal dezelfde kenmerken en ze hebben de kenmerken ook niet allemaal in even sterke mate. Dit komt omdat de taalontwikkelingsproblemen zich kunnen situeren op vlak van het begrijpen van taal, het uiten van taal of op beide vlakken.

Kinderen met OD die een twee- of meertalige opvoeding krijgen, zullen problemen ervaren in alle talen.

Uit ‘Ontwikkelingsdysfasie: een stoornis die meer aandacht dan namen verdient’ (Zink & Breuls)

Een specifieke taalstoornis is een taalontwikkelingsstoornis, waarbij kinderen wisselende gradaties van problemen vertonen bij het verwerven van de gesproken taal. Hoewel de oorzaak onzeker blijft, wordt doorgaans aangenomen dat de stoornis niet gepaard gaat met afwijkingen op andere gebieden. Een specifieke taalstoornis is dus in principe niet te verklaren vanuit sensorische, cognitieve, neurologische of emotionele problemen. Evenmin mag er sprake zijn van een tekortschietend taalaanbod.

Uit ‘Taalontwikkelingsstoornissen: fenomenen, onderzoek en behandeling’ (Manders, De Bal & Van Den Heuvel)

bottom of page